Wild Boar Music, WBM 21134 2017, 41:30
Het zat er al langer aan te komen dat onze meest gerenomeerde bourdonfanfare eens wou uitpakken met een andere formule, in navolging van de dorpsfanfares uit de vorige eeuw, ten dans spelend. Op dit album is het alvast genieten van een wervelende bloemlezing evergreens uit het rijke Vlaamse balfolkrepertoire. Het biedt de diverse muzikanten een uitgelezen kans ook eens uit te pakken met het instrumentarium waarmee ze zich van hun beste kant laten horen in de veelheid van podiumensembles waar ze deel van uitmaken, instrumenten die ze noodgedwongen opzij dienen te zetten bij stapevenementen. Met vertegenwoordigers uit het Brabants Volksorkest, De Garre (van Kornee), Follia!, Kadril, Klakkebusse, Queens of Baba, Surpluz, ’t Kliekske, Twalseree, Wör,.. werkten net geen dertig iconen mee aan dit prestigieuze project. Naast fijfer en trom bruist het dan ook ondermeer van fijnbesnaarde (hakkebord, viool, draailier, gitaar, banjo, nyckelharpa, spinet,…), riet- (fagot, saxofonen,..) en accordeongestuurde additieven. Daarnaast werd ook geen kans onbenut gelaten om vele zangtalenten binnen de groep aan bod te laten komen. Bewust werd ervoor gekozen om grijsgespeelde balfolknummers in een nieuw en origineel jasje te stoppen. Het werden bijna allemaal traditionals, op ‘Welke Hemel’ (Rufyn de Decker), ‘Bitter Zeemanslied’ (Wannes van de Velde) en… Wilfrid Moonen’s innige wals in vijf, ‘Tuur’ na. Het album werd trouwens opgedragen aan deze eind vorig jaar veel te vroeg overleden zielsverwant. Naast Johan Fernand Decancq, stonden ook Hans Quaghebeur en Erwin Libbrecht in voor de productie. Een triumviraat dat kan tellen en de hooggespannen verwachtingen dan ook ruimschoots waarmaakt!
Bart Vanoutrive