TRIM is een nieuw Portugees, Galicisch trio dat bij hun eerste cd onmiddellijk toont dat ze in de traditie een hedendaagse muze hebben ontmoet. Luis Peixoto (cavaquinho en één van de beste hedendaagse Portugese mandolinespeler) heeft o.a. ervaring in de technowereld. Fernando Barroso (Galicië – bouzouki, gitaar) speelde mee bij Budiño, Anxo Lorenzo, Riobó en Korrontzi. Beide heren hebben een ruim palmares en zijn actief bij diverse projecten zoals o.a. POP. Een paar jaar geleden leerden we hen kennen bij de cd-recensie van Assembly Point (in Goe vollek/Folk, 2012). Nu versterkt Pedro Fariñas (gaita og Galicische doedelzak) de beiden.
Het is duidelijk dat ze de traditie gebruiken in functie van hun eigen composities. De eerste twee tunes laten onmiddellijk blijken dat er hier geen sprake is van een compilatie van jigs en reels waarbij de gaita voortrekker is van de melodie en de snaren de rol van begeleiding opnemen. Ook al blijven de instrumenten hun originele klank behouden en worden geen effecten gebruikt, toch merk je al vlug dat ze atypisch zijn in de harmonische bewerkingen. Ze gebruiken invloeden uit de populaire genres (rock, funk, …) zonder af te glijden naar een versie van akoestische folkrock. Het is en blijft folk.
Ze kiezen o.a. voor typische tunes voor snaarinstrumenten waarbij de gaita meegaat in de snaarmuziek. Al in het openingsnummer “Capsicim Modum” (1:50) geven ze vernieuwende doedelzaktechniek “expandida” vrij. De verbeterde bouwtechniek van de gaita heeft revolutionaire mogelijkheden die voordien niet gekend waren. Bepaalde hoge klanken die Fariñas produceert, lijken niet van de gaita afkomstig. Niets is minder waar. In “Hay Buen Rollo en La Comarca” gaat de gaita een groot deel van de tune begeleiden met akkoordschema’s. Terwijl “Magma” zich weer laat kennen als grensoverschrijdende muziek zowel in compositie als in techniek, is O Pito Moucho de eenvoud zelf qua melodie. Toch gunnen ze hun de vrijheid telkens kleine variaties toe te voegen wardoor de basismelodie telkens een fijnere dimensie krijgt.
Terwijl de muziek bij een eerste beluistering als traditionele folk klinkt, blijkt TRIM veel plezier te beleven om met pure klasse creatief om te gaan met melodie en arrangement. De muzikale kwinkslagen strelen de muzikaliteit. Ondanks de grote inbreng van eigen composities passeren ook puur traditionele melodieën. In “Fandango” en “Ratchenitza” brengen ze hun versie van respectievelijke Gallicische en Bulgaarse traditionele muziek.
De muziek van TRIM is een kunst waarbij zij tonen dat de traditionele muziek anno 2014 uit Galicië en Portugal vrolijk en levendig is. Ze is toegankelijk voor de nieuwelingen in de Galicische muziek en toont haar virtuositeit voor de ware folky fijnproever. Bij elke beluistering wordt de muziek rijper. Deze cd is een juweel vol muzikale lyriek. Ze behouden afstand van de stomende, halsbrekende snelheden die de hartslag opdrijft. TRIM geeft ons vers bloed, verkwikt, laat de melodieën zingen met een onbezorgd timbre dat ruimte en gevoel geeft naar meer. Beperktheden of grenzen kennen ze niet. Alle contouren of grenzen worden vanuit een muzikaal enthousiasme afgetast. De TRIM-ards weten hier een zalig evenwicht te presenteren van een unieke, ongecompliceerde folky sound waarbij je nu al kan vermoeden dat ze glimlachend op het podium staan.
Dirk Fraeyman