Eigen beheer 2016, 49:19
Onder toeziend oog van Guy Roelofs (bouzouki, gitaar en nyckelharpa) resulteerde dit project in een album met liederen die verweven zijn met het verleden van Nederlands Brabant als gemeenschappelijke noemer kennen. Speurwerk in ondermeer oude liedboeken, zoals die van Harrie Franken en Rolf Jansen, naast veldopnames, ooit vastgelegd door Ate Doornbos, leverden onverhoopt veel materiaal op. Vervolgens wachtte hem de verscheurende keuze om zich tot een kritische selectie te beperken en ging hij onverdroten aan de slag om deze pareltjes van arrangementen te voorzien, op de leest geschoeid van zijn groep Tjane. Met hen, voorts samengesteld door zangeres Nele Martens, Jenny van Diggelen (fluit en tin-whistle), Jiroh Matulessy (basgitaren), René Welschen (drums) en Arjan van Tricht (Fender Rhodes en synthesizer), legde hij zich voornamelijk toe op verhalende liederen, noem ze Brabantse ballades. De instrumentale bezetting bevestigt het vermoeden dat dit basismateriaal een grondige opfrisbeurt ondergaat, waarbij pop- en Iers-keltische invloeden vaste ingrediënten vormen. Dit hoeft niet te betekenen dat er met de traditie geheuld wordt, wel integendeel. Aan teksten en melodie werd nauwelijks getornd. Enkel ‘De moord te Gemert’ diende opnieuw getoondicht te worden. Anderzijds verbaast het ons niet dat een aantal van de melodieën ook tot ons (Vlaams) erfgoed behoren. Zo vormt ‘De minnebode’ een afdruk van ons ‘Daar zat een sneeuwwit vogeltje’, en ook, het hier heel ingetogen gebrachte, ‘Tjane’ zal bij menigeen reeds een vaste stek in het geheugen verworven hebben. Zoals de kleurrijke hoes doet vermoeden ademt het eindproduct natuurlijke frisheid.
Bart Vanoutrive