Appel Rekords, APR1348 – 2014 – 62:02
Het was – mede door enkele spelerswissels – even wachten op een eerste volledige cd van deze folkgroep die er radicaal voor kiest om uit te pakken met een repertoire dat zowel dansers als luisterpubliek weet te bekoren. Dit kwintet, bestaande uit Rebecca Van Bogaert (fluiten en zang), Lise Smolders (saxofoons, trompet,… zang) allebei van het eerste uur betrokken, Simon ‘gitaar’ Laffineur, Fanny Vandenbergh (basgitaar, banjo en zang) en Simon ‘percussie’ Leleux (oriëntaalse percussie), legt de lat dan ook hoog waar het op arrangementen aankomt. Frisheid troef, meteen in de verf gezet door het kabbelende water, waarmee de scottish ‘Kamperfoelie’ ( een nummer van Lise) ons mee door de verlokkelijke dialoog tussen saxofoon en fluit weet te bekoren. In tegenstelling tot elders tijdens deze nachtelijke avonturentocht, wordt de ritmesectie hier nog even net in de teugels gehouden. Elk nummer verhult een verhaal, er werd dan ook hard gewerkt aan sfeerschepping, en dit maakt deze cd ook voor een zittend publiek uitermate boeiend. Zo is er Rebecca’s wals (5 tijden) ‘L’heure du thé’ , waarin een lentebries de natuur nieuw leven inblaast. Forser gaat het eraan toe in een jig als ‘L’aigle blue’, waarin de ritmesectie bakkeleit met de melodie-instrumenten, of in hun set bourrées Auvergnates. Vooral Fanny lijkt erop uit te zijn om uitdrukkelijker met zangpartijen uit te pakken, terwijl de stem momenteel hoofdzakelijk dienst doet als extra begeleidingsinstrument in verschillende nummers. De door haar geschreven, melancholische titelsong, officieel hun allereerste, perfect op maat voor een Gavotte de l’Aven, lonkt naar meer. Dansen voor gevorderden wordt het zeker op hun polska ‘Winter’s coming’, waar de iele fluitmelodie herhaaldelijk weggeveegd wordt door shamanistische percussie en ijzige vrouwenkreten. Van klankscheppingen gesproken…. associaties met Aranis dringen zich meermaals op. Lise heeft ook de jazzmicrobe te pakken, wat zich ondermeer laat gelden in ‘Oscar Wilde’ (een kostar c’hoat). Voor de bacchanale circle ‘Piratenlied’ en de sprankelende ‘Waltz der dwazen’ tenslotte, verwijzen we naar het interview dat we met hen hadden. Enkel eigen – door de vrouwen geschreven nummers – doorstonden de selectieproeven voor deze pakkende bloemlezing. Veel wordt aan de eigen verbeelding overgelaten, maar wie op weg geholpen wil worden vindt ondermeer toepasselijke verhaallijnen in het booklet, dat ook melding maakt van de dansvormen. Ik ga nu nog eens opnieuw luisteren….
Bart Vanoutrive