AEPEM, 16/03 2016, 71:43
Op zijn craba (geit) of bodega (leren zak), naast een dozijn andere geluidsvoortbrengers, verkent Camelin het Occitaanse traditionele erfgoed. Ook zijn gezellen Caroline Dufau (zang), Daniel Detammmaecker (harmonica’s en zang) maken dankbaar gebruik van talloze speelse percussiespulletjes, terwijl Xavier Vidal instaat voor een tweede craba/bodega. Rond dit bijna ter ziele gegane instrument, familie van gaita en biniou koz, en het bijhorend repertoire werd (in de voetsporen van de associatie La Talvera) heel wat opzoekwerk verricht waarvan de neerslag terug te vinden is in een sterk gedocumenteerd cd-boekje. Bedoeling van de bloemlezing bestond erin om de verscheidenheid aan kleuren van de craba te bundelen, een instrument dat zich verrassend goed leent tot samenspel met een barytonsaxofoon. De selectie melodieën en liederen verwijzen naar heel verschillende contexten (onder meer uit kerst- en dansrepertoire), maar desondanks verkozen de muzikanten een zekere historische coherentie na te streven in de keuze van de instrumenten, de toonaarden en versieringen en de accenten en melismen in de zang. ‘Le rossignol dans la forêt’ is een herderslied dat een leuke vraag-en-antwoordsequens oplevert tussen Camelin en Dufau. Regelmatig is ook stevig voetenspel aan de orde, getuige een ander lied ‘À l’âge de quinze ans’ (eentje uit de categorie ‘foute huwelijken’). Die liederen, gezongen door Caroline, vormen een onschatbare meerwaarde aan dit project. Soms wordt ervoor geopteerd om rechtstreeks op de schalmei, de ‘graile’ te spelen, zoals in het burleske ‘La bufatièira’. Met ‘De sur le pont de nantes/Rossignolet du bois’ geven ze hun eigenzinnige versie van een van de meest over het Franse landschap verspreide sets. Een behoorlijk geslaagde en goed gedocumenteerde auditieve inventarisatie van het repertoire ten noorden van Carcasonne vormt het eindresultaat.
Bart Vanoutrive