Music & Words, CUP 8064 2016 – 46:52
Met zijn nieuw solo-album graaft Ludo Vandeau dieper in de wereld van het chanson, reflecterend over de zuchtige verlangens in de mens, de onvervulde geborgenheid in zijn eenzaamheid, leegte en onmacht. Niet toevallig natuurlijk dat hij ook nu weer associaties oproept met de gelaagde, beeldrijke sfeer in de poëzie van Gabriel Yacoub. Eigen nummers vormen een subtiele balans met uitgelezen bewerkingen van anderen, handelend over de hoop die achterblijft in de sneeuw in ‘Dans la neige’ (Guy Béart), en het liefdesgedicht ‘Elsa’ (Louis Aragon/Leo Ferré) en ‘Les temps’ (Bob Dylan). De heel eigenzinnige interpretatie van dit nummer weerspiegelt de subtiliteit die hij aan de dag legt om het engagement vanuit het pure protestlied te overstijgen. Hier wordt het een reflectie over het gegeven dat de mens niet verandert, vanuit zijn twijfels en onzekerheden. Zijn beschouwingen over de onvolkomenheid van de liefde en de melancholie voortvloeiend uit het onvervulde, leiden evenwel nergens tot een deprimerende sfeer. Tekst en melodie sluiten op deze schijf nog naadlozer op elkaar aan. Hier dragen ook zijn sobere, zij het vaak heel speelse arrangementen toe bij. De opener ‘Ton sourire’ vormt meteen een prototype van het concept. Heel secuur weet hij zijn gastmuzikanten andermaal perfect te casten in functie van de nummers, meerbepaald Lode Vercampt (cello), Stijn Bettens (accordeon, bandoneon, accordina), Siegfried Van Schuylenbergh (gitaar, dobro, mandoline, banjo), Wim Ramon (elektrische bas, contrabas), Ronald Dhaene (drums, percussie). Ook Ad Cominotto (klavieren, orgel, programmering) en Herlinde Ghekiere (zang) laten zich opmerken. Vooral de in duet gezongen musettewals ‘A corps perdu’ weet ons hierbij danig te bekoren. Tekst en melodie sluiten in dit geheel nog naadlozer op elkaar aan.
Bart Vanoutrive