Parker Prod, www.parkerprod.bzh
Voor de hobbykok: “Neem een redelijke portie tenorsaxnootjes doe er behoorlijk wat reepjes trekzak bij en meng dit met een octaafje peper en een refreintje zout. Afkruiden met een scheutje slagwerk en laat dit alles welgeteld 54’25 sudderen in uw cd speler. Uw gasten zullen niets dan lof hebben.” Timothée Le Bour en Youen Bodros kennen we van Le Bour-Bodros Quintet. Een allegaartje van vijf Bretoense muzikanten, jeugdvrienden en allemaal kind van een muzikaal gezin. De hoofdbedoeling van hun muziek is de mensen aan het dansen te krijgen, maar zoals overal spelen zij ook voor de mensen die enkel willen genieten van muziek. Deze cd vindt zijn eerste beginselen al zo’n 10 jaar terug. De meeste nummers zijn van beide heren hun hand en zij speelden al langer met de gedachte om iets als duo te presteren. Le Bour is een virtuoos op zijn sopraansax waar hij van felle scherpe klanken zijn instrument kan laten overvloeien in een zachte warme klank, bijna als een hobo. Bodros bespeelt zijn accordeon als een beatbox in combinatie met haarfijne melodielijnen en zijn gevoel voor ritme is fenomenaal. Gaëtan Samson is gastmuzikant en neemt de percussie voor zijn rekening, soms subtiel, soms duidelijk op de voorgrond, maar steeds perfect de melodieën van Le Bour en Bodros ondersteunend. Bij de eerste noten van Chadenn, het openingsnummer, waan je je al een beetje in Arabische sferen. Rozenn Talec neemt de zang van dit liefdeslied voor haar rekening en haar warme stemgeluid past perfect bij deze muziek. “Het is hard verlaten te worden door een geliefde maar niet zo hard bevrijd te zijn van zijn ketens” (chadenn=keten). Bibi’s breakfast moet Bibi in een uptempo naar binnen zien te werken. Snel en jazzy nummer met een sobere percussie. Moest er een Tomorrowland voor wereldmuziek bestaan dan is “Café vert” er de perfecte mix voor van sax, accordeon, slagwerk en zang met steeds terugkerende thema’s. Zeven minuten lang vrolijkheid! Dan volgt een intriest liefdeslied “Iwan camus” weer in het Bretoens gezongen. Het muzikale basisthema loopt als een dreigend geluid door gans het lied en zelfs zonder tekst voel je dat dit lied een fatale afloop kent.
In Victoria#1 en #2 wordt het duidelijk dat wereldmuziek beide heren niet vreemd is. Ik hoor invloeden uit Slavische muziek. Op een bepaald moment klinkt de tenorsax bijna als een duduk. Deze alom gekende Armeense houten fluit wordt veel gebruikt voor melancholische muziek maar is prachtig om te horen. Lévon Minassian is een heel gekende dudukspeler die ik enkele jaren geleden gezien en vooral gehoord heb op een concert van Peter Gabriël. Chadenn is een prachtige cd geworden en ik ben er zeker van dat je nog een extra portie vraagt aan de hobbykok van dienst!
Jo Delahaye