Tutl, SHD 168 2014 – 50:27
Eind vorig jaar verscheen het tweede album van Himmerland, een groep die velen onder ons best wisten te smaken op de vorige Gooikoortseditie. Met dit nieuwe album weten ze zeker hun visie te bevestigen, wat meteen blijkt in de instrumentale opener van Andrzej Krejniuk (basgitaar), die met zijn ‘Sacred Fire’ het vuur aan het lont steekt met een swingend nummer dat een collage vormt van de mengeling van culturen, tradities en muzikale genres die de groepsleden verbindt. Morten Alfred Høirup (gitaren, wasbord en zang) bewerkte een oud Noors joik-lied, handelend over de moed om jezelf in de wereld van de liefde de storten, ‘Kæreste min Moder’ (‘Lieve moeder’), waar Ditte Fromseier (zang, viool en altviool) het roer in handen neemt, op sleeptouw genomen door een integere ritmesectie en melancholische saxofoonlijntjes. Van haar hand is trouwens de titelsong, herinneringen oproepend aan de spin in haar viool die hen vergezelde tijdens een reis door Australië. Daarbij brengt Morten een zwoele, statige Noorse midzomerpolska aan, deinend op de af en toe wat improviserende sopraansax. Vervolgens zingt hij ons walsend doorheen ‘De hvide Sejl’ (‘De witte zeilen’) een traditioneel liefdeslied uit één van de Deense eilanden, waarna Andrzej met zijn ‘Kaszubstep’ zijn liefde voor zijn Poolse geboortestreek belijdt, slepend ingezet door het vioolspel van Ditte. Daarna neemt een blijmoedige klezmersfeer het over tot Andrzej zelf even stevig van leer trekt op zijn basgitaar terwijl de superactieve Ayi Solomon (percussie) zich volledig mag laten gaan. Zij is (samen met haar echtgenoot Sigurd Hockings, waarmee ze trouwens ook een muzikaal duo vormt) de protagoniste in Eskil Romme‘s plechtstatige ‘Ditte og Sigurds Bryllupsmarch’. Een van de sterkste nummers is ‘Lykkelige Rejsedage’ (‘Fijne reisdagen’) waarin Morten en Andrzej de handen in elkaar sloegen om swingend en scattend die euforische sfeer te evoceren, ook al voert de viool al eens een donderwolkje aan. Fel contrast met de trieste sfeer in het over liefdesverdriet handelende ‘Når Solen sænker sine Stråler’ (W. Kierulff/R.Schønfeld), door Ditte integer bezongen vanuit het vrouwelijk perspectief. Eskil liet zich voor ‘Valentine’s Waltz’ inspireren door een Chileense melodie, terwijl het funky ‘Stier’ (‘Paden’) de aroma’s inademt van etnische klanken uit diverse uithoeken, en Ayi zijn allerlaatste remmen losgooit. Konden ze beter afsluiten dan met een slaapliedje van een zeemeermin, ooit op papier gezet door niemand minder dan Hans Christian Andersen? Neen dus…
Bart Vanoutrive