Bemol Productions, Bemo 069 2014 – 41:27
Met ‘Cadances’ levert het trio Marinette Bonnert (trekzak), Julien Biget (bouzouki en zang) en Gabriel Lenoir (viool en zang) een tweede album af. Deels werd het materiaal geput uit 19de eeuwse geschreven bronnen, waaronder het ‘Wandembrile’-manuscript (Namen, 1778), anderzijds uit geluidsopnamen van de vorige eeuw. Uit het genoemde manuscript onthouden we onder meer de heerlijke renaissancesferen uit de door het trio opgebouwde suite, naast een heerlijke wals waarin Aurélie Giet een toontje bijzet op klarinet. Met ‘Que l’amour me tourmente’ blazen ze een crâmignon uit Luik nieuw leven in. De complaintes ‘Les misères du marriage’ en het tragische ‘Si j’avais un bon ami’ (waarin Biget zowel in zangstijl als bouzoukispel ongebreideld zijn affiniteit met Gabriel Yacoub openbaart) vonden ze dan weer terug in het onuitputtelijke, in de jaren 70 deels opgenomen repertoire van de gedreven zangeres Philomène Gehlen. In de duetten weten de complementaire stemmen van Biget en Lenoir te overtuigen. Alle instrumentale thema’s zijn dansen. Wals, passe-pied, kadrille, contradansen (die vooral vanuit Frankrijk en Engeland ook in Wallonië en vooral het Luikse een voedingsbodem vonden),… passeren de revue. Deze werden heel vaak gepubliceerd in de 18de eeuw en bevinden zich dus in het grensgebied van de traditionele en de bladmuziek. Vele ervan ondergingen mutaties doorheen een orale overlevering, waarbij men de vorm vereenvoudigde, en ging variëren op de figuren. Versieringen en aandacht voor de harmonie waren zeker niet uit den boze, maar het waren vooral de cadansen die essentieel waren, dit om de danspassen de sturen en de verbinding te bewaren tussen muzikanten en dansers. Aan deze ambitie blijft ook dit trio heel getrouw. Steeds opnieuw valt de volheid van klankkleur op binnen dit spaarzaam palet aan instrumenten. Op ‘Que l’amour me tourmente’ laten ook Marc Malempré (zang) en Birgit Bornauw (doedelzak) zich even van hun beste kant horen. Met ‘Oude Passepie IJswals’ putten ze uit ‘Hollantse Schouwburg’ een Amsterdams manuscript uit het begin van de 18de eeuw. Een boeiend album dat uitmunt in warme ingetogenheid.
Bart Vanoutrive