Hij vliegt er vierklauws in, Guido Belcanto op zijn dertiende plaat! Met het door roffelende drums voortgedreven‘Johnny, vergeet mij niet’, een Geoff Goddard-cover uit 1961, waarmee meteen het thema van deze plaat wordt aangekaart: “…dan hoor ik de stem van het meisje dat ik een jaar geleden verloor…”
Dat gegeven komt full circle in het laatste nummer, ‘Beste Anna,’ waarin Belcanto o.a. zingt: “de vrouw waarvan ik hou heeft me verlaten, de vrouw waarvan ik hou is weg gegaan.” Dat lied is opgevat als een vertrouwelijk gesprek met Anna, de vroegere meid van wie de zanger de boshut huurt die zij erfde van haar pastoor en die hij “Het Heiligdom” heeft gedoopt. De laatste zinnen van dat laatste lied luiden: “Ik denk dat ik nog zielsveel van haar hou, Ik weet dat ik nog zielsveel van haar hou.” In ‘Ik weet niet waar mijn meisje is’- misschien een van de meest karakteristieke Belcanto-chansons op deze plaat – vraagt hij zich ook al af: “Is het nu voorgoed voorbij, Jezus mijn held vertel het mij. Wat heb ik in godsnaam fout gedaan? Was ik te bruut, te grof of te zat…?” Mooi toch, die verwijzing naar Jezus met wie hij die zendingsdrang gemeen heeft, in zijn geval door middel van het Levenslied dat hij met zoveel Liefde & Devotie al zijn hele leven lang vol toewijding en passie in huiskamers en op veelsoortige podia ten gehore wil brengen – bij wijze van sterking en troost voor de toehoorders, zou je kunnen zeggen. Ja, die ontwapenende eerlijkheid over de dingen des levens, en dat in een directe, perfect verstaanbare taal is één van de vele facetten die zijn talrijke fans aan hem binden. Daar zullen wel meer ‘Mannen met een gebroken hart’ bij zijn, en dat is weer een typisch lied voor de zanger van ‘Op de pechstrook van het leven.’ Ook ‘Al die verspilde schoonheid’ grijpt naar de keel –
en wie goed durft luisteren naar de vaak levenswijze teksten van Guido Belcanto kan daar zijn voordeel mee doen door eens vanuit zijn ogen naar de wereld te willen kijken. De man heeft wel wat meegemaakt en heeft dus recht van spreken – en van zingen! Niet dat het allemaal zo ernstig moet zijn. De Gerry Rafferty-cover ‘Haar vader hield niet van mij’ tovert hij ook bij zijn optredens om tot een meezinger, en het grappige, vol zelfspot en ironie verwoorde maar ware gebeuren in ‘Mijnheer de Politieman’, op muziek van Admiral Freebee, zorgt net als het crazy ‘Uniek specimen van de menselijke soort’ voor een glimlach op het gelaat. Hij weet het immers wel raak te verwoorden, ’de Guido’, zoals in het lied over zijn verliefdheid voor een filmactrice: “Jodie, jij hebt alles waar het om draait en nu bid ik elke avond op mijn Paternoster: God, geef mij een vrouw als Jodie Foster.”
Geslaagde teksten dus, maar ook gevarieerde muziek. Daarvoor grijpt Belcanto deels terug naar wat hij ‘de oergenres’ noemt: country en blues, onder andere, en naar zangers waar je niet omheen kunt, zoals Bob Dylan en Nick Cave. Covers van ‘Boots of Spanish Leather’ en ‘Henry Lee’ brengt hij als prachtige duetten met respectievelijk Kimberly Claeys (“Mijn eigen private nachtegaal”) en Nathalie Delcroix, samen met Naomi Sijmons de ‘gast chanteuses’ op deze plaat. Als hij dat laatste op het podium zingt, zonder gitaar in zijn handen, wordt de zanger nog meer de dramatische performer die hij altijd vol overtuiging wil zijn. Op deze plaat ook nog een cover van Loudon Wainwright III, die hij op zijn achttiende al op het folkfestival in Cambridge zag. Van hem leerde hij dat je ook de vuile was moet durven buitenhangen, en dat je dat best verwoordt met een lach én een traan tegelijk in eenzelfde liedje.
Toen ik hem in Sint-Niklaas met deze nieuwe en nog veel meer andere nummers aan het werk zag, zei toevallige buurvrouw Irene van 83 tegen mij: “Het zal misschien de laatste keer zijn dat ik voor zoiets nog buiten kom, maar dit wou ik toch nog wel eens horen en zien…” En of ze groot gelijk had!
JosTilley