eigen beheer, FGO1 – 2014 – 63:31
Over het concept van het gelijknamige multimediale theaterproject hadden we het reeds uitvoerig in ons interview met voortrekker Bart Oosterlijnck (zie ‘Folk’ 3/14). Ondertussen brachten ze een cd uit die alle 18 gezongen nummers (op het ‘Kinderrijmpje’ na alle van de hand van de bezieler) uit dit totaalprogramma samenbundelt. Met een zevenkoppige basisbezetting beschikken ze op zich reeds over een breed instrumentaal en vocaal palet waarmee ze flirten met genregrenzen en zeker ook een folkminnend publiek weten te bekoren. Een standaard ritmesectie, gitaar (Bart), basgitaar (Koen Vanderbauwhede) en drums (Pieterjan Jordens) legt een stevige basis voor de fluiten (Hein Vanhuyse) en viool (Charlotte Peyskens) en zangeressen Hanne en Ruuth Oosterlijnck. Deze laatste deelt met Hein ook de keyboards. Samen met Yves Bondue (zang, harmonica en accordeon) zingen ze ons doorheen die verschrikkelijke periode, de vinger leggend op de menselijke gevoelens bij alle betrokkenen, met de angst al zijn vormen als rode draad. Centraal staan de sterk doordachte Nederlandstalige teksten, vaak niet gespeend van enige humor of ironie (‘Ze zijn daar’), als klassiek antwoord op sterke negatieve gevoelens. Toch lieten ze geen kans onbenut om de in de teksten verhaalde gevoelens te versterken door uitgekiende instrumentale arrangementen, die nu eens verlichten, dan weer de wanhoop en pijn versterken (in het apocalyptische ‘Waanzin’ bijvoorbeeld). Illustratief hiervoor zijn ondermeer het sterk country-geladen ‘De ballade van Jeanne Shrapnell’ (over een 2-jarig meisje dat ergens uit het puin gehaald werd). Ook elders wordt ingezoomd op heel concrete personages, zoals de hoogbejaarde Madame Tack, die op haar eentje met haar ezel soldaten langs de IJzer soelaas kwam brengen (‘Mêre des tranchées’), of ‘De engelen van Pervijze’, een eerbetoon aan Elsie Knocker en Mairi Chisholm die op enkele meters van de frontlijn eigenhandig een veldhospitaal installeerden in een kelder. Van dit laatste nummer onthouden we voorts het heerlijke zangduet tussen Hanne en Ruuth. In het bluesy ‘Klaaglied’ is het vooral Yves die de toon zet binnen een uitgesproken intiem instrumentaal kader, gedragen door akoestische gitaar naast enkele subtiele viool- en fluitlijntjes. De felheid van ‘Angst’ contrasteert sterk met de weemoed in ‘Ik mis je’, de spotlust in ‘Luizenlied’, de lichtvoetige manouchesfeer op verlof naar ‘Naar Parijs’. Na het driestemmige ‘Als ik jou was’ wordt het even stil vanbinnen. In een toepasselijk geïllustreerd booklet vinden we voorts alle teksten terug, aan elkaar geweven met samenvattingen van de verhaallijn. Deze productie, die vier jaar vermocht te rijpen, verdient een grote onderscheiding. (Bart Vanoutrive) info@folgazan.eu.
Bart Vanoutrive