eigen beheer, Ababa 2012 2013 – 45:49
Diego Zanoli staat met zijn harmonica aan het roer van de uit het Italiaanse Bergamo afkomstige, in 2002 opgerichte, instrumentale kwartet ABACÀ. Met door hem geschreven dansnummers leveren ze hun bijdrage aan dat segment van de Italiaanse (en bij uitbreiding Franse) volksmuziek dat zich toelegt op een nieuw akoestisch balrepertoire dat sterk aansluit bij de ‘echte’ traditie. Op dit debuutalbum waarvan de melodielijnen vooral door het accordeon gedragen wordt, en de andere instrumenten successief op het voorplan treden in de hernemingen, krijgen we een tiental dansnummers te horen, ingezet met een zwierige chapelloise ‘met korte stops’, ‘Granmezè’ dat ons in cirsussferen brengt. Onmiddellijk laten ook Chiara Dissegna en Simona Cusmano (in de scottish ‘Alfama’ bijvoorbeeld) zich sterk opmerken, en dit vooral door voor dit genre eerder ongewone instrumentarium waarmee ze aantreden, respectievelijk fagot en klarinet. Vierde compatriot is Giovanni Trivella die instaat voor het snarenwerk (gitaar, bouzouki en tenorbanjo), ondermeer even solerend in de melanchole opstart van de mazurka ‘La pluie’. Uiteraard wordt er hier ook flink wat gewalst, niet in het minst op ‘Valse de l’ours’, eentje in 8 tijden, dat er samen met de flirterige tovercirkel (circolo circasso) ‘Sircult’ en de oneven scottisch ‘La Loma’ enigszins wat bovenuit steekt met betrekking tot de melodieuze originaliteit. De afsluitende snelle, een beetje treiterige ‘Polka Zoè’ sluit een evenwichtige set af. Hier zijn behoorlijke muzikanten aan de slag die er op dit moment voor kiezen om mooi binnen de lijntjes te kleuren van de danstraditie.
Bart Vanoutrive